In onze eerste vakantieweek van dit jaar zijn we van 8 maart t/m 12 maart in Landalpark De Bloemert te Midlaren.

Drenthe kreeg in 1947 als eerste provincie van Nederland een eigen provincievlag.
Dag 1.

Na een rit van ruim 2 uur zijn we bij ons Landal-huisje aangekomen.
Eerste indruk: prima.
Foto-impressie:

Filmpje van het huis van binnen:
Deze eerste middag en avond verder in het huisje doorgebracht en avondeten (saté en een balletje gehakt) laten brengen door Paviljoen de Bloemert, hier op het complex.
Na het eten lekker een tijdje in onze infrarood sauna gezeten.
Morgen gaan we het 'kampterrein'  en de omgeving verder verkennen.

Dag 2.

We begonnen de dag mistig.
Na ons ontbijt een stevige wandeling gemaakt naar de Hunebedden D3 en D4 in Midlaren.
Onderweg kwamen we nog wat dieren tegen:

's Middags een ritje naar Zuidlaren gemaakt om daar Hunebed D6 te bewonderen:
Daarna in het centrum van Zuidlaren het beeld van Berend Botje gevonden. Bekend van het kinderversje:
Ook in Zuidlaren molen de Wachter bekeken. Vanwege corona was het Molenmuseum helaas dicht.
De synagoge van Zuidlaren bleek ook dicht, maar het maakt altijd indruk als je ziet hoeveel leden van zo'n Joodse gemeenschap de verschrikkingen van de holocaust niet hebben overleefd.
Terug op ons vakantiepark nog een foto van het kleine haventje met daarachter het Zuidlaardermeer gemaakt.

Ook aan de haven:
Daarna de middag lekker relaxed lezend doorgebracht nadat we weer een halfuur in onze infrarood sauna gezeten hadden.
Met een wijntje lekker staren over het water:
Als avondeten hebben we een Chinees restaurant uit Groningen een heerlijke maaltijd bij ons op het park laten bezorgen.


Dag 3

Vandaag stond de beladen tocht naar kamp Westerbork op het programma. Wij waren daar nooit geweest en met name Paul keek er tegenop.
Na een ritje van 35 minuten vanaf ons vakantiepark arriveerden wij bij het Herinneringscentrum (en museum) van Westerbork.
Vanwege corona was dat gesloten.
Normaal gaat er van het herinneringscentrum een pendelbus naar het deel van het voormalige kampterrein Westerbork, maar ook die reed nu niet, dus besloten wij om er een (lange) wandeling naartoe te maken via het zogenaamde Melkwegpad, dat ons ook langs de sterrenwacht voerde.
Onderweg:


Bij de ingang van het kamp staat het voormalige huis van kampcommandant Albert Gemmeker onder een glazen constructie om verder verval te voorkomen.
Een aantal foto's spreken voor zich en Paul beperkte zich tot het fotograferen van de monumenten van de kampen waarheen zijn moeder en het grootste deel van zijn familie van moeders kant vanuit Westerbork waren getransporteerd: Sobibor en via Theresiënstadt naar Auschwitz (en verder).
Een replica van een treinwagon:
Vooral de 102.000 herdenkingssteentjes maakten veel indruk op ons:
Een deel van een barak, de originele barakken zijn allemaal afgebroken, dus Paul kon de barakken waarin zijn familie zat niet fysiek opzoeken.

Het officiële herdenkingsmonument dat bestaat uit een afgebroken stuk spoor op 93 bielzen (93 vanwege dat aantal transporten naar het Oosten vanuit Westerbork):
De terugweg liepen wij via een andere route: waar je langs rechtopstaande bielzen loopt waarop de exacte datums en bestemmingen van de transporten, inclusief het aantal gedeporteerde personen, staan.
Een lange, emotioneel moeilijke wandeling.

Terug bij het herinneringscentrum vonden we ook de biels van het transport van de vermoorde opa en oma en tante (zus van zijn moeder) van Paul.
Trudie legde daar namens ons een steentje op.
Uiteindelijk ook (online) het transport van de moeder van Paul gevonden:

Na deze lastige wandeling van ruim 2,5 uur besloten we de rest van de dag uit te rusten in ons vakantiehuisje, nadat we weer bijgekomen waren in onze infrarood sauna.

Dag 4.

Omdat het weer omsloeg in een harde storm en regen én omdat er wegens de nog steeds geldende Coronaregels nog niets open was om binnen te doen, besloten we i.p.v. vrijdagochtend al op donderdagmiddag lekker naar huis te gaan.